Jan Schrans : Wat is ADD ?

Klinisch psycholoog Jan Schrans beschrijft zijn ervaringen met diagnostiek en behandeling van ADD in zijn eigen Psychologenpraktijk.

ADD diagnose : een ontdekking
Is ADD een vrij ongekend probleem onder mijn collega’s psychologen ? Dat lijkt er toch op, als ik merk hoe vaak patiënten in mijn praktijkruimte verschijnen na meerdere klassieke psychotherapeutische behandeling(-en) bij meerdere opeenvolgende psychologen, zonder dat een diagnose en behandeling ADD werd gesteld. Niet weinig van deze patiënten stopten ook vroegtijdig hun behandeling bij deze psychologen.

Waarom gebeurt de behandeling ADD (te) weinig ?
Er is de epidemische uitbreiding in de Westers wereld van de diagnosestelling ADHD en de behandeling ervan met methylfenidaat. Veel (maar niet alles) heeft te maken met het feit dat diagnose en behandeling van ADHD zwaar gepromoot en gelobbyd worden vanuit de farmaceutische sector. Veel psychologen hebben terecht de neiging in dat bootje niet mee te willen stappen. Misschien missen ze daarom ook de diagnose bij patiënten met ADD.

Daarnaast is ADD een relatief onopvallend probleem. ADHD’ers zetten de klas op stelten, terwijl ADD’ers meestal braaf en verstrooid op hun stoel blijven zitten.

Bovendien is er geen enkele klacht die uniek is voor ADD. Elk ADD symptoom kan toegewezen worden aan een ander ziektebeeld of kan een of ander (of meerdere) medische oorzaken hebben. Mijn ADD patiënten kregen vaak een diagnose opgekleefd op basis van één of een paar van hun klachten : autisme (sociaal angstig en teruggetrokken), borderline (veelvuldig wisselende jobs en relaties), depressief (lethargisch en initiatiefloos met depressieve buien), bipolair (wisselende gemoedsstemmingen), gedragsproblemen (laten zich meeslepen door baldadige klasgenoten) enz.

Het is precies de unieke samenstelling van de meeste van deze niet-unieke klachten die het probleem ADD vormt en toelaat dat het gediagnosticeerd wordt.

ADD en wetenschap
Bovendien lijkt er weinig wetenschappelijke kennis over dit ‘ADD syndroom’ te bestaan : Is het een psychiatrisch ziektebeeld zoals de DSM stelt, een neurologische aandoening, een psychische klacht, een genetische ziekte, een opvoeding –of gedragsprobleem, of slechts een verzinsel van belangengroepen ?

Er bestaat naar mijn weten ook geen echte ADD-test. Ik ontvang indrukwekkende (dikke en zeer dure) diagnostische verslagen die bulken van de tests, waar ik minder in vind dan wat ik zelf met gerichte vragen en een eenvoudige vragenlijst te weten kom.

Sommigen claimen het bestaan van ADD als syndroom omdat het zou verholpen kunnen worden met methylfenidaat. “Het bestaat omdat we het kunnen doen verdwijnen !” Of die we toch tijdelijk kunnen verhelpen ten koste van bijwerkingen, rebounds en ongekende effecten op langere termijn ? Anderen trachten te bewijzen dat er een bio-marker gevonden is voor ADD, dat noradrenaline en dopamine de basis van ADHD vormt, dat bij ADHD afwijkingen in anatomie of functies van de hersenen te vinden zijn of dat een genetische oorzaak waarschijnlijk is.

Meer onafhankelijke wetenschappers geloven niets van dit alles en wijzen er ook op dat er zeer weinig longitudinaal onderzoek bestaat rond ADHD, en weinig onderzoek bij volwassenen.

Leve de medicatie !
De eerste paar jaar adviseerde ik met enig enthousiasme de arts van mijn patiënten om methylfenidaat voor te schrijven. De meesten artsen volgden mijn advies en ik kon het moeilijk begrijpen als men dat niet volgde. Omdat deze medicatiemijn ADD patiënten heel vlug (binnen het uur !) afhielp van deze levenslange ADD klachten. En waardoor ik het aantal consultaties voor deze patiënten sterk kon beperken. Anders gesteld : ik kon patiënten die al hun leven lang ernstige klachten hadden vlug helpen, ondanks meerdere therapieën en medicatiebehandelingen, en dat in enkele consultaties. Maar het sprookje bleef niet duren.

Afhakende patiënten zonder hoop ?
Veel van mijn patiënten stopten na enkele weken of maanden met hun medicatie omdat ze deze niet langer konden verdragen, en ze hervielen in hun oude miserie.

Eigen praktijkervaring bij ADD met jongeren en volwassenen
Wat ADD ook moge zijn, wij ontvangen steeds meer patiënten die beantwoorden aan dit unieke geheel van klachten genaamd ADD. Diagnostiek vereist een nauwgezette bevraging van deze typische ADD klachten en een grondig onderzoek naar symptomen en ziektegeschiedenis van elke patiënt en van diens sociale omgeving. Het eist bovendien een nauwgezette afbakening en differentiatie is steeds nodig van andere psychologische problemen, van medische problemen en van psychiatrische ziektebeelden.

ADD : een derde weg
Bestaat er dan wel een draaglijke oplossing voor een leven dat zowel voor de ADD patiënt als voor zijn omgeving heel zwaar om dragen is ? Dat alternatief bestaat voor een aantal patiënten.

Het antwoord ligt in het veranderen van leefgewoontes en eetpatronen die bovendien de kans verhogen op een gezonder lichaam en een langer leven. Koppeltherapie kan de partner beter bij het verhaal van de patiënt laten aansluiten en hem beter helpen de patiënt bijstaan. En vaak hebben patiënten nood aan verwerking van een voorafgaand leven zonder daadwerkelijke hulp.

Er is tenslotte een duidelijk nood aan meer onafhankelijk longitudinaal onderzoek naar het effect van bepaalde voeding, levenswijzen en natuurlijke supplementen.

(*)ADHD:What do we really know ?, L. Furman “Rethinking ADHD, from brain to culture, Timimi en Leo(ed) Palgrave & Macmillan. Hampshire (‘09)

Connecteer

Nieuwsbrief

Inschrijven op de nieuwsbrief is enkel mogelijk voor actieve leden. Log eerst in.