Newsletter 2024-2

 

Beste leden, collega’s, 

Samen met de temperaturen stijgt ondertussen ook de verkiezingskoorts in ons land. Wie de verschillende partijprogramma’s erop naleest kan er niet naast kijken : de geestelijke gezondheidszorg staat (hoog) op de agenda. Wat hebben die programma’s in petto voor de geestelijke gezondheidszorg ? U leest het straks, in de Kieswijzer.

Ondertussen is de hervorming van de Psychologencommissie goedgekeurd. Een stap in de goede richting, ook al blijft het obstakel van de moeilijke afstemming tussen de twee ministeries die verantwoordelijk zijn voor de klinisch psycholoog. Enkele pijnpunten konden dus niet worden weggewerkt.

De webinars van UPPsy-BUPsy werden ondertussen goed bijgewoond, door leden en niet-leden. Tijdens het laatste webinar over de vernieuwde Patiëntenrechtenwet bleek nog maar eens hoe de wetgeving over de geestelijke gezondheidszorg best wel veel vraagtekens met zich mee brengt. Er volgt nog een Franstalig webinar hierover, waarna we hopen de belangrijkste vragen te kunnen bundelen. 

De Hoge Gezondheidsraad bracht verder recent een advies uit over het gebruik van apps in de geestelijke gezondheidszorg. Wellicht geen overbodige luxe, waar patiënten nu al hun weg ernaar vinden op het internet. Toch doen sommige uitspraken in het advies onze wenkbrauwen fronsen. 

Met de zomervakantie op komst, blijven we  afwachtend inzake het KB over het EPD en over de hernieuwde Federale Raad voor de Geestelijke Gezondheidszorgberoepen. Laat het ons en u allemaal niet beletten om te genieten van een welverdiende vakantie. Tot binnenkort, met nieuws over onze Algemene Vergadering in het najaar.

Wij, dat zijn de leden van het bestuur van Uppsy-Bupsy : 
Stef, Martine, Claudia, Paul, Wouter, Philippe, Frank, Tania, Hilde en Nathalie 

                                              ———————————————–

Woensdag 12 juni : webinar VVPT met Marc Hamburger. De studententijd, beven of leven ?

                                              ———————————————–

Kieswijzer 

Tijdens ons webinar over het beroepsgeheim kwam de vraag : hoe kunnen we impact hebben op de besluitvorming over de zaken die voor ons belangrijk zijn? Via uw lidmaatschap van een beroepsvereniging, zeker, maar ook voor ons is het blijvend vechten om gehoord te worden. Het zijn uiteindelijk de vertegenwoordigers van de verschillende politieke partijen die de wetgeving goedkeuren, vragen om aanpassing of een wetsvoorstel volledig verwerpen. 

Met de verkiezingen in het vooruitzicht hebben we bij deze allemaal wel een vinger in de pap te brokken. Om onze leden het werk te besparen van het nalezen van al die partijprogramma’s, hebben we een en ander op een rijtje gezet, geordend volgens de Kieswijzer die binnen het Comité voor Vigilantie – u weet wel, dat platform voor samenwerking tussen de verschillende beroepsverenigingen in de ggz – werd opgesteld. Let wel, het zijn verkiezingsbeloftes, waarvan de uitwerking altijd afhankelijk zal zijn van de compromissen met andere partijen, het financiële plaatje en vooral : de manier waarop die beloftes worden ingevuld. Dus, lees, en kies wijs ! 

                                              ————————————————-

Vrijdag 14 juni 2024 ; Studiedag VVCEPC : On becoming            

                                              ————————————————-                                      

Project hervorming Psychologencommissie

Het voorstel voor de hervorming van de Psychologencommissie, waarover we al berichtten in onze vorige nieuwsbrief, is niettegenstaande enkele obstakels dan toch goedgekeurd. Hieronder zetten we de veranderingen op een rijtje. 

Hoe is de Psychologencommissie nu samengesteld ? 

Vandaag organiseert de Psychologencommissie twee tuchtrechterlijke instanties : een Tuchtraad en een Raad van Beroep. Daarnaast is er driemaandelijks een Plenaire Vergadering waarbin belangrijke beslissingen worden genomen inzake de dagelijkse werking van Compsy en de aanvragen tot inschrijving op de lijst der psychologen. Deze Plenaire Vergadering wordt bevolkt door 16 vertegenwoordigers, afgevaardigd door nationale beroepsverenigingen van psychologen. De voorzitter en de ondervoorzitter worden benoemd door de minister, en zijn advocaten of magistraten. 

De dagelijkse werking van de Psychologencommissie wordt opgevolgd door het Bureau. Daarnaast is er uiteraard het personeel, dat in samenwerking met de commissieleden, de voorzitter, de directeur en het Bureau de beslissingen die door de Plenaire Vergadering werden genomen, uitvoert. 

Wat houdt de hervorming in ?

De functies van de Psychologencommissie blijven zoals vanouds de bescherming van de titel van de psycholoog en het toezicht houden op het naleven van de deontologie en de wet, via de tuchtorganen. Hiervoor kunnen nu rechtskundig assessoren worden aangeduid. 

Daarnaast moet de Psychologencommissie informatie verstrekken aan beroepsbeoefenaars en belanghebbenden. Een belangrijke vernieuwing komt er wat betreft de lijst van de ingeschreven psychologen. Vanaf nu zal die onderverdeeld worden volgens de verschillende sectoren van de psychologie. Op het moment van hun aanvraag zullen psychologen dus ook moeten aangeven in welke sector ze hoofdzakelijk actief zijn. Klinisch psychologen zullen moeten bewijzen dat ze een visum hebben gekregen van FOD Volksgezondheid en hun erkenning aantonen door de gemeenschap. De psycholoog kan de sector waartoe hij behoort aanpassen, maar niet in het jaar van de verkiezingen.  

In het wetsvoorstel over de hernieuwing van Compsy spreekt men niet meer over de Plenaire Vergadering, maar over de Vergadering van Vertegenwoordigers (VvV), bemand door 12 leden uit de vier sectoren van de psychologen (klinische sector, school- en educatieve sector, arbeids- en organisatiesector, onderzoekssector), evenredig verdeeld over de twee taalgroepen. De klinische sector is het beste vertegenwoordigd en krijgt daarom 6 mandaten. De andere sectoren krijgen elk 2 mandaten. 

De voorzitter en ondervoorzitter van de VvV zijn leden van VvV zelf, en zullen dus psychologen zijn. Er wordt een regeringscommissaris aangesteld voor toezicht op de uitvoering van de opdrachten van de VvV. 

Gezien de grondwet de vrijheid van vereniging vastlegt, betekent dat ook dat psychologen de vrijheid hebben om zich niet te verenigen, en dat leden van deze VvV niet noodzakelijk lid moeten zijn van een beroepsvereniging. 

Het Bureau blijft verantwoordelijk voor het dagelijks beheer, de lopende zaken, het toezicht op het financieel beheer, de voorbereiding van de vergaderingen, het aanwerven en het beheer van het personeel. 

Nieuw is verder dat de vertegenwoordigers van de psychologen via elektronische verkiezingen zullen worden verkozen, met stemplicht voor iedereen die zich heeft ingeschreven als psycholoog. Niet deelnemen aan de stemming, zonder volmacht geven aan een collega, is tuchtrechterlijk strafbaar en kan leiden tot waarschuwing of schorsing. Doel hiervan is het responsabiliseren van de psychologen en het waarborgen van de diversiteit in de vertegenwoordiging.

Kandidaten voor deze verkiezingen moeten aantoonbaar drie jaar ervaring hebben in één van de vier sectoren.

                                           ————————————————

Zaterdag 8 juni, 9:00-16:30, Gehechtheid in Ontwikkeling, Onbewuste aanvallen op creativiteit, met Andrew Briggs

                                            ———————————————–

Advies over het gebruik van digitale interventies en apps in de ggz  

De Hoge Gezondheidsraad publiceerde in maart 2024 haar Advies over Digitale interventies en apps in de geestelijke gezondheidszorg. Gezien het online welig tieren van dergelijke apps is het wellicht geen overbodige luxe om hierover te reflecteren. 

We zetten hieronder de hoofdpunten van het advies op een rijtje, aangevuld met onze bedenkingen : 

– Het advies spreekt zich uit over verschillende online-tools : zelfhulpinterventies, begeleide interventies met minimale professionele ondersteuning en blended interventies waarbij technologie wordt gecombineerd met de conventionele praktijk, en dit met het oog op de meest voorkomende psychische problematiek, met name depressieve en angststoornissen en verslaving. Men spreekt, terecht, voorbehoud uit voor de complexiteit van dergelijke problemen, die niet werd ingecalculeerd in het onderzoek waarop men zich heeft gebaseerd. Kan men er dan van uitgaan dat de resultaten uit onderzoek over een algemene populatie, ook opgaan voor de klinische populatie ? 

– In de apps wordt gebruik gemaakt van verschillende interventies, die zich voornamelijk in het gedragstherapeutisch register situeren : psycho-educatie, cognitieve herstructurering, ontwikkeling van vaardigheden, ontspanning, zelfcontrole. Zeker in het licht van de complexiteit van de psychische problematiek, waarvan daarnet sprake, is het jammer dat men in dit advies geen rekening houdt met andere therapeutische benaderingen die zich bij voorbeeld richten op existentiële en relationele thema’s. Vraag is natuurlijk of apps hier zo gemakklijk toepasbaar zouden zijn. 

– Dat het relationele een relevante factor is, blijkt wanneer systematisch terugkomt dat het gebruik van apps vooral een meerwaarde blijkt in combinatie met de begeleiding. Hierbij maakt men onderscheid tussen online begeleiding die zich specifiek richt op het gebruik van de apps, en blended interventies, waarbij de “conventionele” begeleiding opmerkelijk eventueel online zou kunnen worden aangeboden. Voor ons blijft een online-begeleiding weliswaar soms een goede oplossing waar anders niet mogelijk, maar noodzakelijk een verschraling van het contact in een therapeutische relatie.  

– In het advies wordt regelmatig vooropgesteld dat deze apps de toegang tot de ggz zouden vergemakkelijken, zeker voor jongeren of andere populaties die om verschillende redenen de weg naar de ggz niet vinden. Keerzijde van die laagdrempeligheid is de vaststelling dat men ook snel en gemakkelijk afhaakt. Tegelijkertijd is men zich bewust van de risico’s van dergelijke interventies, waar ze de digitale kloof net zouden kunnen vergroten. 

– Het is opmerkelijk dat men in dit advies oog heeft voor het feit dat de mogelijkheid om via deze apps anoniem hulp te krijgen een belangrijke drempel wegwerkt in de zoektocht naar hulp. Het zou fijn zijn als dit inzicht zou doorsijpelen als het gaat om de organisatie van een elektronisch patiëntendossier, waar immers dezelfde bezorgdheid speelt. Waar anonimiteit in de digitale wereld het moeilijker kan maken om een vertrouwensrelatie op te bouwen met de therapeut, zoals men heeft vastgesteld, is dat in real life immers veel minder een probleem. Bovendien is de anonimiteit, bij het gebruik van deze platforms, slechts gewaarborgd als deelnemers fysiek ook een private ruimte kunnen gebruiken. 

– Zorgwekkend is dan weer dat men deze apps ziet als een mogelijkheid om gegevens te verzamelen in een ecologische context en voor ecologische momentane interventies. Zullen patiënten werkelijk de mogelijkheid hebben om dit te weigeren ? Wie regelmatig surft, moet al heel veel volharding tonen om systematisch attent te zijn op de cookies die men verzamelt. Zullen patiënten de moed hebben om de noodzakelijke stappen te doorlopen om het inzamelen van gegevens te weigeren ? 

Waakzaamheid dient geboden dat dit advies niet de weg zal openen naar een te vanzelfsprekende oplossing om de kosten van en de wachtlijsten in de ggz te verminderen, waar men bij voorbeeld de minimale begeleiding bij het gebruik van de apps al zou willen vervangen door geautomatiseerde herinneringen om de betrokkenheid bij de gebruikers te verhogen. Terecht vermeldt men de behoefte aan menselijke ondersteuning, die bij voorbeeld kan inschatten of een behandeling intensief genoeg is of voldoende aangepast aan de context van de patiënt. Dat dit niet noodzakelijk hoeft te gebeuren door diepgaand geschoolde GGZ-professionals, lijkt ons een riskante denkoefening : op welke basis zal hun oordeel dan gestoeld worden ? 

Nieuwsbrief

Inschrijven op de nieuwsbrief is enkel mogelijk voor actieve leden. Log eerst in.