In dit artikel vindt u de persmededeling van UPPsy-BUPsy rond de terugbetaling van psychologen.
Meer algemeen komen we ook terug op de kritische stelling die onze vereniging van bij het begin tav de hervorming van het gezondheidszorgberoep binnen de wet De Block heeft aangenomen.
Voorheen in de pers :
Reactie(s) in onze Ledenhoek :
In onze vereniging kroop Wouter Mareels in zijn digitale pen. Zijn opinie-stuk vindt u in primeur op onze website.
De terugbetaling gefileerd door Wouter Mareels
Persmededeling UPPsy-BUPsy
Op vrijdag 18 mei pakte Minister De Block de psychologen in snelheid. Het kernkabinet had het licht op groen gezet voor terugbetaling van psychologische consultaties. Voor onze beroepsvereniging UPPsy-BUPsy kwam dit nieuws eveneens als een verrassing. Op 16 mei werd er in de parlementaire commissie Volksgezondheid nog gevraagd of de sector tot een consensus aangaande de terugbetaling zou kunnen komen. Niets deed dus vermoeden dat 2 dagen later de regels met betrekking tot de implementatie van de terugbetaling in kannen en kruiken zouden zijn. Tot zover dus de mogelijkheid tot inspraak, laat staan tot consensus tussen de verschillende beroepsverenigingen en andere betrokkenen. Aangezien het budget van 22,5 miljoen euro dat in het Zomerakkoord van 2017 voorzien was de noden van alle patiënten en alle psychologen niet kan lenigen, is overleg met de sector nodig om keuzes te maken die gedragen kunnen worden. Helaas moeten we keer op keer vaststellen dat in de hele hervorming van de gezondheidszorgberoepen wij als beroepsvereniging niet geïnformeerd, noch in enig overleg betrokken worden. Nochtans zijn we een erkende beroepsvereniging met vertegenwoordiging in de Psychologencommissie en ondertussen ook in de Federale Raad voor Geestelijke Gezondheidszorgberoepen.
In de aanloop naar de hervorming van de Geestelijke Gezondheidszorgberoepen in 2016 heeft onze vereniging zich zeer kritisch opgesteld met betrekking tot die hervorming. We vreesden ondermeer voor een te sterke paramedicalisering van het beroep van psycholoog. Inlijving als gezondheidszorgberoep betekent misschien een autonoom statuut, het brengt ongetwijfeld meer overheidsregulering mee, die de autonomie dan weer ondermijnt. Met de huidige implementatie van de terugbetaling is het medisch voorschrift van de arts bepalend voor de toegang tot de psycholoog. We interpreteren dat als een miskenning van de autonome positie van de psycholoog en als een mogelijke drempelverhoging voor de persoon met een hulpvraag. We betreuren het dat een arts die – zonder opleiding klinische psychologie – niet bevoegd is voor het domein van de klinische psychologie als enige over de toegang tot die zorg zal beslissen. Volgens de geest en de letter van de wet zijn arts en psycholoog evenwaardige partners. Dat het ene gezondheidszorgberoep daarbij fungeert als “gatekeeper” voor het andere gezondheidszorgberoep lijkt ons in strijd te zijn met zowel de geest als de letter van de wet.
Als beroepsvereniging pleiten we er voor dat mensen een directe toegang hebben tot de geestelijke gezondheidszorg en daarbinnen tot de hulpverlener van hun keuze. We zijn er dan ook voorstander van dat de eerste lijn open staat voor psychologen én psychologen-psychotherapeuten en dat de psychotherapie een zelfstandiger statuut krijgt in het wettelijk kader. Psychologen-psychotherapeuten volgden naast hun basisopleiding psychologie een psychotherapie-opleiding (minimum drie jaar), vaak ook gekoppeld aan een doorgedreven, jarenlange leertherapie, aan intervisies, supervisies, enz. We onderstrepen dat de vrijheid om zelf zijn psycholoog, therapeut of arts te kiezen een basisrecht is in onze gezondheidszorg.
Paramedicalisering heeft voor onze vereniging ook nog een andere invulling. Het betreft de wijze waarop we als psychologen of als psychologen-psychotherapeuten onze praktijken moeten voeren. Hoewel de therapeutische vrijheid in de wet ingeschreven staat, worden wij door de hervorming onder druk gezet om onze praktijken te voeren volgens een model dat zijn wortels heeft in de geneeskunde. Ook dit is een niet te onderschatten beïnvloeding van onze praktijk door het medisch model, een model dat ons inziens niet zomaar kan geëxtrapoleerd worden naar de geestelijke gezondheidszorg.
Daar waar in de wet onkelinckx-Muylle van 2014 de diversiteit van de 4 psychotherapeutische hoofdstromingen nog in de wet ingeschreven werd, is dat nu niet langer het geval en is er nog maar sprake van één model. We betreuren dat. Onze beroepsvereniging blijft er dan ook voor ijveren dat de diversiteit van de psychotherapieën opnieuw gevaloriseerd wordt en dat ons beroep structureel haar complementariteit bewaart tav de geneeskunde. Wij vragen dan ook dat de therapeutische vrijheid geen dode letter in de wet blijft, maar dat de psycholoog-psychotherapeut wel degelijk de ruimte heeft om het werk waarin hij zich bekwaamd heeft, uit te voeren en dit volgens de ethiek van zijn referentiekader.
Daarbij hechten we bijzonder veel belang aan de confidentialiteit die we aan mensen met een hulpvraag blijvend moeten kunnen garanderen. Gegevens delen in een digitaal patiëntendossier kan enkel met uitdrukkelijke toestemming van de hulpvrager en enkel als dat in diens belang is. Mensen zijn doorgaans terughoudender om psychisch materiaal te delen dan dat zij bereid zijn om medische gegevens te laten uitwisselen. Het recht op privacy met betrekking tot wat wordt toevertrouwd, is tevens een belangrijk element in ons werk. Als het recht op terugbetaling wordt gekoppeld aan het delen van vertrouwelijke gegevens, lijkt ons dat geen correct beleid.
Als beroepsvereniging denken we dat terugbetaling van geestelijke gezondheidszorg belangrijk is voor diegenen die anders moeilijk toegang krijgen tot die zorg. De terugbetaling die momenteel voorligt, is in verschillende opzichten veel te beperkt. : in aantal sessies, in de aard van de problematiek, in het uitsluiten van ernstige problematieken, in het uitsluiten van psychotherapeutische behandeling, in de verdienste voor de psycholoog. Vermits de terugbetaling geldt voor bepaalde groepen van problematieken hangt het er bovendien vanaf of de mutualiteiten hun tussenkomsten gaan verder zetten voor hulpvragen die niet tot de beschreven probleemclusters behoren of voor problematieken die een langdurigere aanpak vergen. Terugbetaling koppelen aan probleemtypen kan bovendien de incidentie van deze problemen articifieel opdrijven.
Op dit ogenblik beschikken we over te weinig gegevens mbt de regels, voorwaarden en consequenties van de terugbetaling, zodat we nog niet precies kunnen inschatten wat dit voor de leefbaarheid en de werking van onze praktijken betekent. Wel maken we groot voorbehoud met betrekking tot de paramedicalisering op vlak van praktijkvoering, de uitholling van vertrouwelijkheid en de aantasting van de autonome positie van de psycholoog. Uiteraard is het aan elk van onze leden om uiteindelijk zelf de balans op te maken over wat in hun praktijk haalbaar is. Ondertussen vragen we de minister met aandrang om – naar analogie met het kabinet Ducarme – een gezamenlijk overleg met de diverse beroepsverenigingen op te starten.